Nieuws
Zes op de tien Nederlanders vinden dat je niet zomaar alles mag zeggen in de Tweede Kamer
Vrijheid van meningsuiting; we kennen het allemaal en we maken er allemaal graag gebruik van. Het is zelfs opgenomen in onze grondwet. Maar wat als de grenzen ervan worden opgezocht? Dit gebeurde onlangs nog in de Tweede Kamer. Tijdens een betoog insinueerde politiek leider van Forum voor Democratie Thierry Baudet, dat de universiteit waar Sigrid Kaag (minister van Financiën en eerste vicepremier) heeft gestudeerd, spionnen opleidt. Dit zorgde voor veel ophef in de Tweede kamer met als gevolg: het voltallige kabinet verliet de zaal. Het weggelopen van een kabinet is een unieke gebeurtenis in de politieke geschiedenis. Dit alles omdat Thierry Baudet de grenzen opzocht van wat er wel en niet gezegd kan worden.
Wij vroegen ons daarom af wat de Nederlander* hiervan vindt en legden hen de volgende stelling voor via het panel van PanelWizard
Uit online marktonderzoek blijkt dat bijna vier op de tien (78%) van de Nederlanders vinden dat je in de Tweede Kamer alles mag zeggen. Het zijn vaker lager opgeleiden die het hier mee eens zijn (48% vs. 35%). Een meerderheid is het er dus niet mee eens, (bijna zes op de tien (61%) en vindt dat je niet zomaar alles kan zeggen in de Tweede Kamer, ondanks het recht op vrijheid van meningsuiting. Het zijn vooral hoger opgeleiden die vinden dat je niet zomaar van alles kan roepen (71% vs. 57%).
*Steekproef: Nederlanders van 16 jaar en ouder. Representatief naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, arbeidsparticipatie, gezinssituatie en regio.
Bent u ook geïnteresseerd in onderzoek via PanelWizard?